Graptemys flavimaculata

Beschrijving

Graptemys flavimaculata is een middelgrote schildpad soort uit de USA. Vrouwelijke dieren worden maximaal 18 cm lang. Mannetjes blijven een stuk kleiner met max. 11 cm. Deze soort heeft een kiel met zwarte uitsteeksels die over het midden van het carapax loopt. Naarmate de dieren groter worden wordt de kiel minder, met name bij volwassen vrouwen. Het carapax is donker groen met op elk schildplaatje een gele of oranje vlek. Het plastron is cremé kleurig met een zwart patroon dat vervaagt naarmate de dieren ouder worden.

 

Geslachtsonderscheid

Vrouwelijke G.flavimaculata (links) worden met maximaal 18 cm veel groter dan hun mannelijke soortgenoten (rechts) die op 11 cm blijven steken. Mannetjes hebben een veel dikkere en langere staart. Hun cloaca is ook verder verwijderd van de schildrand dan die van de vrouwtjes.

 

Verspreidingsgebied en habitat

Graptemys flavimaculata komt enkel voor in de Pascagoula rivier en zijn zijstromen in de staat Mississippi van de Verenigde Staten. De soort geeft de voorkeur aan brede rivieren met een sterke stroming met voldoende zongelegenheid in de vorm van takken en boomstammen. De zandstranden van de rivier bieden de soort nestgelegenheid.

Temperament

De dieren zijn niet agressief tegen soortgenoten en kunnen in een groep gehuisvest worden in een groot aquarium. Volwassen mannetjes zijn opdringerig naar de vrouwtjes toe, dus wanneer beide geslachten samen gehuisvest worden moet de groep uit meerdere vrouwen bestaan. Mannetjes kunnen onderling wel agressie gaan vertonen en moeten dus niet samen gehuisvest worden.

 

Huisvesting

  • Grootte aquarium: 120x50x50 cm of groter.
  • Watertemperatuur: 23 – 26 graden.
  • Temperatuur onder warmtelamp: 35 – 40 graden.
  • Ferguson zone: 3

Graptemys zijn sterke zwemmers. Een aquarium moet de dieren van zowel voldoende zwemruimte als van obstakels voorzien, die gebruikt kunnen worden om op te klimmen of zich achter te verschuilen. Kienhout en stenen kunnen hiervoor gebruikt worden. Op de bodem kan rivierzand als substraat worden gebruikt. Om de bak verder aan te kleden kunnen taaie waterplanten zoals hoornblad gebruikt worden. Zachte waterplanten worden gegeten. Als medebewoners kunnen kleine visjes en garnalen in de bak gezet worden. 

Het landgedeelte in het aquarium moet droog zijn zodat de dieren zich volledig kunnen drogen. Boven het eiland moet een warmtelamp gemonteerd worden die de dieren van een warme plek voorziet. Voorzie de dieren naast warmte ook van uvb zodat ze vitamine D kunnen aanmaken en calcium kunnen opnemen uit hun voeding.

 

Voeding

Het genus Graptemys heeft soorten met zeer brede koppen voor het kraken van schelpdieren en soorten met smalle koppen die meer geschikt zijn voor het bemachtigen van waterinsecten en andere kleine waterdieren.

Graptemys flavimaculata is een van de soorten met een smalle, kleine kop. De soort eet in het wild voornamelijk waterinsecten, insectenlarven en waterplanten.

Om dit dieet na te bootsen bestaat het grootste deel van dieet van de G.flavimaculata voornamelijk uit wormen en diverse soorten insecten(larven) zoals krekels, pissebedden, zijderupsen, wasmotlarven, muggenlarven, zoetwatergarnalen, meelwormen, regenwormen, Nutri-grub (Hermetia illucens larven). Verder krijgen de dieren ook zoetwatervisjes, slakjes en pelletvoer. In hun verblijf groeien drijfplanten en waterplanten die de dieren voorzien van plantaardig voer. Af en toe krijgen de dieren andijvie. Verder hebben de dieren altijd de beschikking tot sepia om zo extra calcium tot zich te kunnen nemen.