Cuora flavomarginata 

Geelranddoosschildpad

Beschrijving

Cuora flavomarginata, ook wel de geelranddoosschildpad genoemd, is een semi-aquatische schildpad uit Oost-Azië, die een maximale lengte van 19 cm bereikt.  De soort wordt gekenmerkt door een prachtige gele kop en een hoog schild. Het carapax (rugschild) heeft een donkere tot roodbruine kleur met een gele kiel over het midden van het schild. Jonge dieren  hebben 3 kielen op het rugschild. Het plastron (buikschild) is zwart van kleur met gele randen en heeft een scharnier. Dankzij dit scharnier kan het dier zijn of haar schild volledig sluiten.

 

Geslachtsonderscheid

Mannelijke Cuora flavormarginata (rechts) hebben een grotere staart met een dikkere staartwortel dan de vrouwtjes (links). Het plastron (buikschild) van het mannetjes is hol.

 

Temperament

Nieuw aangeschafte doosschildpadden zijn schuw en gevoelig voor stress. Eenmaal gewend aan hun omgeving verliezen ze hun schuwheid en kunnen ze enorm nieuwsgierig worden. Vrouwtjes kunnen in een groep gehuisvest worden. Mannetjes hebben een grote paringsdrang en kunnen beter alleen of slechts tijdelijk met vrouwtjes gehuisvest worden.

 

Verspreidingsgebied en habitat

Cuora flavomarginata komt voor in Zuid-China, Taiwan en de Japanse Riukiu-eilanden. De soort komt voor in veel verschillende habitat-typen maar is altijd in de buurt van water te vinden.

Huisvesting

  • Grootte verblijf: 120x50x50 cm of groter
  • Omgevingstemperatuur warme zijde: 25 - 28 graden.
  • Omgevingstemperatuur koele zijde: 19 - 22 graden.
  • Temperatuur onder warmtelamp: 35 – 40 graden.
  • Ferguson zone: 2
  • Luchtvochtigheid: 60 – 70%.

Cuora flavomarginata is een semi-aquatisch schildpadsoort. Toch brengen de dieren het grootste deel van hun tijd op land door. In een terrarium is een grote waterschaal het meest praktisch om de dieren te voorzien van een watergedeelte. Een waterschaal is makkelijk uit het verblijf te halen om te reinigen en met  vers water te vullen. Cuora flavomarginata voelen zich het meest op hun gemak in een verblijf met een dikke laag substraat om zich in te graven en veel schuilplaatsen. Als substraat kan onbemeste tuinturf/aarde gebruikt worden. Op het substraat kan een laag droog eikenblad worden aangebracht ter verrijking van de leefomgeving. Aan het substraat kunnen wormen en pissebedden worden toegevoegd die zowel nuttig zijn om het substraat om te woelen en afval op te ruimen en de te Cuora stimuleren om naar voedsel te zoeken.  In het verblijf kan met een keramische lamp, gekoppeld aan een thermostaat een warme zijde gecreëerd worden. Verder mag een warmtelamp en een bron van UVb licht niet ontbreken. Met een daglicht lamp kan het verblijf van licht worden voorzien. Een verblijf met enkel een warmtelamp als lichtbron blijft te donker.

Geelranddoosschildpadden kunnen ook erg goed buiten in een kas worden gehuisvest. Onze dieren worden van de late lente tot vroege herfst buiten gehouden. Hun buitenverblijf bevat struiken en planten ter beschutting, een lage kas waar de dieren zich op minder warme dagen toch kunnen warmen en een kleine vijver. Behalve dat het een prachtig gezicht om de dieren buiten in de tuin rond te zien scharrelen, krijgen de dieren zo ook de mogelijkheid om zich bloot te stellen aan zonlicht. 

Huisvesting jonge dieren

Pas-uitgekomen geelranddoosschildpadden en jonge dieren moeten zeer vochtig gehouden worden voor een gezonde groei. Het beste is om jonge dieren in een met ondiep water gevuld aquarium te houden met een klein landgedeelte. In het water moet veel houvast in de vorm van planten en/of hout aanwezig zijn om verdrinking te voorkomen. Planten en kurk zijn goed bruikbaar om de dieren van schuilplaatsen te voorzien. De watertemperatuur kan met een aquariumverwarming op 28 graden gehouden worden. De diertjes moeten ook van een warmtelamp voorzien worden, maar deze mag niet te heet worden. Een temperatuur 28- 30 graden is voldoende.

 

Voeding

Cuora flavomarginata is een omivoor. In het wild eten ze insekten, wormen, slakken, vruchten en vegetatie. Om dit dieet na te bootsen krijgen onze dieren het volgende aangeboden: wormen, huisjesslakken, kakkerlakken, krekels, nutri-grub, pinkie muizen, blauwe bessen, aardbeien, appel, frambozen, bramen, geraspte wortel en andijvie. De volgende voeding wordt af en toe aangeboden: wasmotlarven, meelwormen, banaan en schildpaddenpellets. Over elke voeding wordt calciumpoeder gestrooid en 4x per maand een vitamine poeder.