Clemmys guttata
Druppelschildpad
Beschrijving
Clemmys guttata, ook wel druppelschildpad genoemd naar de stippen op het schild, is een kleine waterschildpad uit Noord-Amerika. Druppelschildpadden worden maximaal zo’n 14 cm lang, maar blijven meestal wat kleiner. De huid en het carapax (rugschild) van deze kleine soort is zwart gekleurd met gele of oranje stippen. Het plastron (buikschild) is geel of oranje-achtig met een zwarte vlek op elk schildplaatje.
Geslachtsonderscheid
Vrouwelijke druppelschildpadden (rechts) hebben gele ogen en gele kaken. En ze worden wat groter dan de mannetjes. Vrouwtjes worden maximaal 14.3 cm lang en mannetjes 12.2 cm. Mannetjes (links) hebben rode ogen, grijze kaken en een hol plastron. Ook hebben ze een langere, dikkere staart waarvan de cloaca zich buiten de rand van het schild bevindt. Het kan even duren voordat het geslachtsonderscheid duidelijk wordt bij jonge dieren.
Temperament
Clemmys guttata hebben een rustig karakter. Ze kunnen zowel alleen als in een groep worden gehouden. Vrouwtjes kunnen probleemloos in een groep worden gehouden. Mannen zijn onderling agressief en moeten alleen gehouden worden of met meerdere vrouwtjes.
Verspreidingsgebied en habitat
De druppelschildpad komt voor in het Noordoosten tot het Zuidoosten van Noord-Amerika. Ze bewonen ondiepe, stilstaande of langzaam stromende wateren zoals moerassen en ondergelopen weilanden. Ze geven de voorkeur aan helder of tannine-gekleurd water met veel vegetatie.
Huisvesting
- Grootte bak: 80x50x50 cm of groter.
- Watertemperatuur: 22 – 26 graden.
- Temperatuur onder de warmtelamp: 30 – 35 graden.
- Ferguson zone: 2
Vanwege hun kleine formaat en rustige karakter voldoet een bak van 80 cm prima voor 1 druppelschildpad. Het zijn geen krachtige zwemmers dus het waterniveau moet niet te hoog zijn. Een waterhoogte van 20 cm is voldoende maar met voldoende mogelijkheden om het wateroppervlak te bereiken is een hogere waterniveau geen probleem. Bied de dieren schuilplaatsen in de vorm van bijvoorbeeld hout, stenen en planten. Druppelschildpadden vinden het prettig om via obstakels in het water naar het oppervlak te klimmen om te ademen. Als bodemsubstraat is zand geschikt.
Het landgedeelte in het aquarium moet droog zijn zodat de dieren zich volledig kunnen drogen. Boven het eiland moet een warmtelamp gemonteerd worden die de dieren van een warme plek van minstens 35 graden voorziet. Voorzie druppelschildpadden naast warmte ook van uvb zodat ze vitamine D kunnen aanmaken en calcium kunnen opnemen uit hun voeding. Zorg dat de dieren voldoende ruimte hebben op het eiland om een aangename temperatuur te vinden. Het water hoeft niet verwarmd te worden, kamertemperatuur (ca 22 graden) is voldoende.
Voeding
Druppelschildpadden zijn omnivoren, ze eten zowel dierlijke als plantaardige kost. In de natuur eten ze kleine, in het water levende prooi zoals kikkervisjes, waterinsecten en hun larven, vis en salamanders. Ze eten ook aas, algen en diverse soorten waterplanten.
Om dit dieet zoveel mogelijk na te bootsen krijgen de dieren het volgende te eten: wormen, pissebedden, kakkerlakken, slakjes, nutri-grub, krekels en in mindere mate ook hele visjes, meelwormen, wasmotlarven, andijvie en waterplanten. Verder krijgen ze diverse soorten pellet voer. Er zijn altijd enkele stukken sepia in de bak aanwezig zodat de dieren extra calcium kunnen opnemen naar behoefte.